Cuba en 'kerst'
Door: Sjors
Blijf op de hoogte en volg Sjors
30 December 2014 | Cuba, Havana
Donderdag 18 december bracht gastvader Johnny me naar het vliegveld van Santo Domingo, waar ik op een enorme rij stuitte bij de incheckbalie van de vliegtuigmaatschappij waarmee ik zou gaan vliegen, Cubana de Aviación. Het leek erop dat de Cubanen die in de Dominicaanse Republiek wonen massaal terug naar Cuba trokken om de feestdagen daar met hun familie door te brengen. Maar ze sleepte me een spul mee joh, iedereen had zowat 3 à 4 karretjes vol met ingepakte plastic balen met voedsel, cadeaus, en weet ik niet allemaal. Vandaar dat het inchecken super langzaam ging. Uiteindelijk had de vlucht ook anderhalf uur vertraging omdat, zoals de stewardess mooi verwoordde, “we het vliegtuig nog steeds aan het vol laden zijn met de bagage”. Na een korte vlucht van 2 uurtjes landde ik in Havana, en werd ik op het vliegveld er meteen uitgeplukt door een of andere beveiliginsbeambtepipo de me helemaal ging verhoren over mijn reisdoeleinden. Toen die hoorde dat ik internationale betrekkingen studeerde werd ik opeens als koning behandeld en mocht ik mee naar een VIP-rij voor de douane, zo ontweek ik de enorme rijen toeristen die er stonden te wachten. Best wel leuk om zo behandeld te worden, maar ik werd meteen in het andere uiterste gegooid toen na anderhalf uur wachten mijn koffer nog steeds niet was verschenen. Vrij gefrustreerd ging ik die reclameren bij het kantoortje van de vliegtuigmaatschappij, die me meedeelden dat door de grote getalen bagage honderd stuks waren achtergebleven in Santo Domingo… Ik kreeg een formuliertje mee en zou hem waarschijnlijk morgen kunnen verwachten met de volgende vlucht. Door al dit gedoe kwam ik iets van 4 uur later dan gepland het vliegveld uit, en kon ik de taxichauffeur die de doña van de casa waar we verbleven me had gestuurd niet vinden. Ervan uitgaande dat ik met deze taxichauffeur naar de casa zou gaan was ik zo naïef geweest om niet het adres op te schrijven, en nu had ik dus geen flauw idee waar ik naartoe moest. Ook Anna en/of Marieke kon ik niet contacten omdat m’n Dominicaanse simkaartje niet werkt in het buitenland. Sjlum Sjors, dao sjteise den mit dien gooie fatsoen. Na wat gepraat met een random taxichauffeur besloot hij mij te helpen de casa te vinden, die we uiteindelijk gelukkig ook vonden. En daar zie je dan weer twee vriendinnen uit Nederland, in Cuba, die net uit Mexico komen, en jij komt vanuit de Dominicaanse Republiek, we zijn toch wel een generatie wereldreizigers! Het was meteen weer heel vertrouwd en we deelden onze ervaringen van de afgelopen tijd voordat we een hapje gingen eten in een wat luxer hotel vlak naast het Capitool van Havana.
Vrijdagochtend na een lekker ontbijtje in het huis van Lourdes en José gingen we met een toeristische bus een stukje naar het noordoosten, naar een strand waar we de rest van de dag lekker hebben vertoefd. Hier hebben we veel bijgepraat, gelachen, gelezen, wat muziek geluisterd, en ’s middags een lekker broodje met vers gebakken vis gegeten. Bij thuiskomst vertelde Lourdes me dat ze de hele dag had geprobeerd om de luchtvaartmaatschappij te bellen, maar dat er de hele dag niemand de telefoon had opgenomen. Toen zat er vrij weinig op om op en neer naar het vliegveld te gaan (doei 40 euro) om te kijken of mijn koffer er al was. “Nee meneer die is er nog niet. Er is vandaag wel een vlucht uit Santo Domingo gekomen maar ze hebben niets meegestuurd van de stuks bagage die gisteren zijn achtergebleven. We verwachten dat die bij de vlucht van zondag mee zal komen en dan zullen we hem naar je opsturen.” Lekker dan, ik had alleen toevallig een sportbroekje en 2 schone t-shirts in mijn handbagage meegenomen, net genoeg om me enigszins te kunnen redden tot zondag. Nouja, ik dacht shit happens, we zullen zien hoe het afloopt.
Zaterdagochtend werd evident dat we allemaal een chronisch slaaptekort hadden, want we ontwaakten pas rond een uur of half 12. Met weer een lekker Cubaans ontbijtje (veel papaya, ananas, brood met boter, papaya sap en supersterke koffie) achter de kiezen gingen we die dag de binnenstad verkennen en begonnen we bij el Museo de la Revolución (het museum van de revolutie). Eenmaal aan de wandel kijk je je ogen uit in deze gave stad: de gebouwen zijn allemaal erg oud en vervallen, er rijden bijna alleen maar oude opgeknapte auto’s uit de jaren ‘50/’60 rond en de algehele sfeer is erg bijzonder, het lijkt net alsof je terug bent gegaan in de tijd. In het museum en op straat is goed te zien hoe trots het land nog steeds is op de Castro’s, Ernesto “Che” Guevara, en andere revolutionairen die Cuba van de destijdse dictatuur bevrijdden en het land onafhankelijk van de VS wisten te houden. In de namiddag besloten we met een typische ouderwetse supermooie rode Chevrolet een rondrit door de stad te maken. De sympathieke chauffeur beantwoordde al onze nieuwsgierige vragen over Cuba en wist ons een hoop bij te brengen over deze speciale eilandnatie. Een dag voor ik vertrok kondigde Obama aan om de diplomatieke relaties tussen de twee landen na meer dan 50 jaar, die destijds in de jaren zestig onder John F. Kennedy bevroren werden, te gaan herstellen. Op een gegeven moment reden we over de boulevard langs de zee af en passeerden we het gebouw genaamd “U.S. Interests Section”, eigenlijk gewoon een soort van ambassade maar dan zonder consulaire zaken. Na Obama’s besluit gaat dit gebouw nu omgetoverd worden in een alomvattende ambassade, en op het moment dat we er langs reden zag je ook al wat dikke Amerikaanse SUVs staan en overheidsbeambten het gebouw binnen gaan. Heel vet om de geschiedenis voor je ogen te zien veranderen! Na afloop van de tour was onze volgende bestemming La Bodeguita del Medio, een bar waar de mojito cocktail naar zeggen geboren is. We moesten hiervoor wel in het donker een enorme pauperbuurt doorkruizen, maar het mooie van Havana is dat ik me op geen enkel moment onveilig heb gevoeld ’s avonds in het donker op straat (hier in Santo Domingo daarentegen wel). Het grote verschil is dat er hier een kloof is tussen arm en rijk en de mensen elkaar wantrouwen, maar daar in Havana leek iedereen gelijk te zijn en stonden letterlijk bijna alle voordeuren open terwijl mensen rustig televisie zaten te kijken of op straat hingen. Na het nuttigen van een aantal overheerlijke mojitos met typische Cubaanse salsamuziek op de achtergrond keerden we terug naar onze casa particular. We besloten redelijk op tijd te gaan slapen, want de dag erna zou ’s ochtends vroeg al onze bus naar de volgende bestemming, Viñales, vertrekken.
Drie keer raden, de bus vertrok pas een uur later dan gepland. Ik sta er al niet meer van te kijken na het hier al zo vaak meegemaakt te hebben, maar Marieke en Anna waren nog gewend aan het punctuele vervoer in Mexico en waren not amused haha. Na een rit van dik 2.5 uur (met tussenstop bij een restaurant en souvenirwinkeltje naast de weg waar alle toeristen gedumpt worden om ff hun geld uit te geven) kwamen we aan in het dorpje waar ik de rest van mijn verblijf zou blijven: Viñales. Eenmaal aangekomen bij onze nieuwe casa, van een typische Cubaanse stugge zakenmevrouw, kregen we een heel huisje voor onszelf toegewezen met voor ons allemaal een tweepersoonsbed. Haar dochter vertelde ons het een en ander over de mogelijkheden qua bezienswaardigheden, en kort daarna waren we al on our way naar het huis van een vriend van haar die ons te paard een tour zou gaan geven door het nationaal park. Ook dit was weer een ultiem Cuba-gevoel: daar gingen we dan te paard door de vallei onder leiding van een typische Cubaanse boer. Na iets van een half uur kwamen we bij een kleine boerderij uit waar ik een cocktail van suikerriet voorgeschoteld kreeg, het riet perste ze in een soort van molentje, en het sap dat daaruit kwam in combinatie met een hoop rum en wat ijs resulteerde in een lekker drankje. Op dezelfde boerderij verbouwden ze tabaksbladen, en in een speciaal daaraan gewijd drooghuis werd ons gedemonstreerd hoe een échte Cubaanse sigaar wordt gemaakt. Het bovenste (waar het meeste zonlicht aan komt) en het onderste (waar de meeste voeding van de plant zelf aan komt) deel van het blad wordt afgeknipt en versnippert (deze twee delen samen bevatten het meeste tabak van het hele blad), en dit vormt de vulling van de sigaar, die met de resterende bladeren na knoerhard rollen de vorm van een sigaar aanneemt. Deze sigaren worden ‘puros’ (=puur) genoemd, in tegenstelling tot de ‘cigarros’ die de staat maakt, omdat de puros zoals de naam al aanduidt 100% natuurlijk zijn en geen nicotine en/of andere schadelijke stoffen bevatten. Het roken van zo’n puro konden we natuurlijk niet aan onze neus voorbij laten gaan. De originele Cubaanse manier om zulke sigaar te roken is om het mondstukje in honing te dippen, zodat je een lekkere smaak hebt, en ook omdat de honing je keel een beetje smeert en zo het roken makkelijker maakt. Super gaaf om daar in zo’n drooghuis een sigaar te zitten roken met een Cubaan tegenover je! De goede man vertelde ons ook nog iets over de manier van zaken in Cuba m.b.t. de staat: 90% van de tabaksbladeren moeten worden afgestaan aan de staat, de resterende 10% mogen ze zelf houden. Best wel heftig dat ze zoveel moeten afstaan terwijl ze er, naar wat het lijkt, niet heel veel voor terugkrijgen. We vervolgden de rit door de ontzettend mooie vallei en kwamen op een gegeven moment bij een versperd stuk pad uit, hier was een kar die getrokken werd door koeien vast komen te zitten in de modder en ontstond er een heuse file van ruiters, ook weer zoiets typisch. Op de terugweg kwamen we nog langs een grot, en badderden we in een heerlijk koel meer bij een prachtige zonsondergang. Bij terugkomst stond er een feestmaal klaar in de casa, na die verorberd te hebben chillden we nog wat op ons terras in een wiegstoel onder het genot van een sigaar die we bij de boer van die middag gefixt hadden. Inmiddels was ik nog steeds bagageloos, en de telefoon van de luchtvaartmaatschappij werd zondagavond voor de verandering weer eens niet opgenomen.
Maandagochtend kreeg ik het verblijdende nieuws dat m’n koffer zowaar was gearriveerd in Havana en zo snel mogelijk per taxi naar me toe gebracht zou worden. Die dag bracht de schoonzoon van de doña van de casa ons naar Cayo Jutías, een stukje hemel op aarde, goed vergelijkbaar met de stranden hier in de Dominicaanse Republiek. Het boekje van de Lonely Planet noemt deze plek de meest ontdekte onontdekte plaats in Viñales, en dat was het ook: het was wel enigszins toeristisch maar desalniettemin waren we één van de weinigen die er waren. Hier brachten we de dag weer genietend van de Caribische zon door en wisselden we veel van onze ervaringen en verhalen van onze reizen uit. Na het nuttigen van een verse kokosnoot en een piña colada gingen we weer terug naar onze casa, over dezelfde slingerende weg door de bergen met een straatbeeld vol zandpaden, paarden, koetsen, en de typische oude auto’s uit de jaren ‘50/’60. Dinsdagochtend werd me verteld dat “ze nog aan het wachten waren op een beschikbare taxichauffeur om m’n bagage te komen brengen”. Beetje vreemd verhaal, maar het zou op z’n laatst diezelfde avond nog afgeleverd worden. In de tussentijd huurden we fietsen en gingen we al fietsend de valleien verder verkennen. Op een gegeven moment kwamen we uit bij een enorme muurschildering ergens op een berg, gemaakt door Diego Rivera, de man van de bekende Mexicaanse kunstenares Frida Kahlo. Na wat verder geploegd te hebben door losse stenen, los zand, en dat allemaal berg op, kwamen we bij een heel mooi uitzichtpunt uit van waaruit we onze tocht weer verder vervolgden. Ik had eigenlijk geen idee waar we naartoe gingen maar op een gegeven moment kwamen we bij een bospad uit dat er wel uitzag alsof we ergens mooi zouden uitkomen. Daar halverwege kwamen we een boer op een kapotte fiets tegen en die bracht ons naar weer een heel mooi uitzichtpunt, waar die ons vertelde dat hij 3km verderop een ananasboerderij had en zaken deed in het dorpje waar we verbleven, en dat hij elke dag op en neer moest over het heuvelige pad door het losse zand en kiezelstenen op zijn kapotte fiets met een krat ananassen achterop. En dat voor ongeveer 25 euro per maand, meer verdiende de goede man niet... respect! Desalniettemin bood hij ons allemaal een gratis ananas aan, en toen we hem vroegen om een foto van ons te maken zei hij beschaamd dat hij het wel zou willen doen maar dat hij niet wist hoe het moest omdat hij nog nooit een camera had gezien/gebruikt. Toen we hem dat eenmaal uitgelegd hadden en een foto van ons vieren maakten vroeg hij ons heel schattig of we hem die misschien wilden opsturen, natuurlijk hebben we dat beloofd en gaat die foto z.s.m. op de bus naar Cuba! Op zulke momenten ben ik heel blij dat ik Spaans spreek want anders zou je nooit zulke inspirerende verhalen te horen krijgen. Daarna moesten we dat hele pokkepad weer terugfietsen op onze fietsen met een veel te hard zadel, maar het was het meer dan waard. Bij thuiskomst veel mich de boks aaf toen mijn koffer er nog steeds niet was, dus ik weer bellen, maar de hele avond nam niemand op. De ochtend erna vertelden ze me dat ze niet snapten hoe het kon zijn dat m’n koffer nog steeds niet was afgeleverd, want hij zou toch wel echt onderweg zijn. Ze zouden proberen uit te zoeken waar de taxichauffeur uithing en me dan verder inlichten. Op dat moment dacht ik serieus dat ik m’n koffer nooit meer ging zien en dat een of andere Cubaan ‘m daarmee gepeerd was, maar na een chilldagje in het dorp en wat rondlopen was ik blij verrast toen ze mijn koffer ein-de-lijk hadden afgeleverd die middag. Na dik 6 dagen was ik eindelijk weer herenigd met mijn schone kleren en toiletspullen, ik voelde me vrij ranzig na een week met 2 t-shirts, 1 onderbroek en 1 broek. Gelukkig hebben Marieke en Anna me enigszins bij kunnen staan met een sportshirtje en wat toiletspullen. Diezelfde avond was kerstavond en gingen we bij het meest fameuze restaurantje van het dorp eten, hier moesten we wel een uur voor in de rij staan, maar dat was zeker de moeite waard na het nuttigen van een lekker konijn en wat glazen champagne van het huis. Toen ik om 12 uur jarig werd waren we in een barretje in de openlucht waar veel salsa gespeeld en gedanst werd, en met een kerstmuts op mijn hoofd en een mojito in de hand ging ik mijn 21e levensjaar in. Diezelfde nacht moest ik alweer terugkeren naar het vliegveld voor mijn vlucht van de ochtend erna, dit ging per taxi, allemaal leuk en aardig, totdat er iets in de richting van een wolkbreuk plaatsvond en we super langzaam de rest van de weg naar het vliegveld moesten afleggen, want het regende echt mega hard (het water kwam zelfs door het dak van de auto, jawel, welkom in Cuba) en er is niets in de richting van straatverlichting (lees: het was pikkedonker). Op dat moment dacht ik ook heel paranoïde oké Sjors als deze dude je nu wil gaan bejatten en achterlaten hier in the middle of, pardon my French, fucking nowhere had dat zomaar gekund. Maar meneer taxista bracht me zoals afgesproken veilig naar het vliegveld, waar ik rond 4 uur ‘s nachts aankwam, en nog tot half 9 moest wachten. Weer ff een typisch Cuba-momentje toen er een aantal Cubanen in de terminal gewoon een dikke habano zaten te roken haha. Normaal zou je denken dat op zulke plekken roken streng verboden is maar daar kon alles. Na een korte terugvlucht landde ik rond het uur van 12 weer in Santo Domingo, met tijdens het laatste deel van de vlucht heel mooi uitzicht over de buurt waar ik woon en het park waar ik altijd hardloop. Super vet!
In Cuba was er maar op heel weinig plekken een internetverbinding beschikbaar, dus ik zat een weekje zonder WhatsApp, Facebook en noem het maar op. Best chill ff een weekje helemaal niks aan je hoofd wat dat betreft. Bij terugkomst ontplofte mijn telefoon daardoor wel met berichtjes en meldingen, een hoop voor mijn verjaardag, dank daarvoor!!! Bij thuiskomst trof ik een versierd huis, zingende Dominicaanse ‘familie’, en heel veel eten aan, allemaal voor mijn verjaardag, super leuk! Daarna moest ik toch heel ff op een oor gaan liggen, want ik had de hele nacht niet geslapen i.v.m. reizen. Toen ik daaruit ontwaakte ging vreetfestijn 2 van start, er waren een hoop familieleden en vrienden over de vloer die van het feestmaal van Juana mee smulden. Door al het gereis en de tropische temperaturen had ik wel echt totaal niet het idee dat het mijn verjaardag en kerst was, maar het was evengoed wel een super leuke dag. Vandaag ben ik nog met mijn collega’s uit gaan eten voor mijn verjaardag, een speciaal cadeau was dat ik mocht rijden haha, na dik 5 maanden heb ik eindelijk deel uitgemaakt van het chaotische Dominicaanse verkeer met nog 4 mensen en een kind in mijn auto (ay mi madre...) maar we hebben het allemaal overleefd en het was nog prima te doen al moet je wel goed opletten voor de naaistreken van je medeweggebruikers.
Wilman kreeg gisteren het fantastische nieuws dat zijn visum voor Curaçao is goedgekeurd, dus we hebben daarna meteen onze vlucht geboekt en zullen van 17 t/m 24 januari een weekje op dit Nederlandse eiland vertoeven.
Nogmaals wens ik iedereen alvast een heel gelukkig 2015 vol geluk en gezondheid! Ik zal een paar dagen onbereikbaar zijn want vroeg in de nacht van 1 januari vertrek ik met een aantal Dominicanen naar een stadje van waaruit we de hoogste berg van het Caribische gebied, de Pico Duarte (3km), gaan beklimmen.
Muchos saludos,
Sjors
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley